Ik wens AkzoNobel graag een stabiele zoutwinning in 2018 en verder. De afgelopen jaren zijn veel lekkages van pekel en diesel ontdekt in Twekkelo. Na veel druk vanuit de omgeving probeert AkzoNobel een omslag te maken.
In 2018 geen lekkages in horizontale transportleidingen
AkzoNobel communiceert nu vaker én op een meer open manier. Vanaf 2018 gebruikt AkzoNobel alleen transportleidingen die aan de huidige standaarden voldoen. Zeg maar nieuwe horizontale leidingen, die in principe niet lekken. Zoals het hoort dus, in tegenstelling tot het AkzoNobel dat bewust grote risico’s nam. Met dit filmpje brengt AkzoNobel de nieuwe aanpak in beeld:
Overigens bekijk ik wel hoe het heeft kunnen gebeuren dat AkzoNobel “correctief onderhoud (zie pagina 4, vraag 7)” toepaste. Dat doe ik in de gemeenteraad van Enschede met de raadsadviescomissie “Ondergrond van de Toekomst.” Wie heeft het gebruik van leidingen zonder onderhoud goed gevonden en waarom? Want dit klinkt als “we wachten tot de pekel de akker op stroomt voordat we een leiding gaan onderhouden.” Dát kan toch niet waar zijn.
Ik vrees helaas dat dit wel waar is. AkzoNobel vertelde tijdens een bijeenkomst voor politici in oktober 2017 dat nu overal nodulair gietijzeren leidingen met een binnenkant van cement worden gebruikt. Vroeger was dit niet mogelijk in zinkers en bochten. Daar werd dan een binnenkant van rubber gebruikt. Maar dit rubber sleet weg door het schuren van zand en dergelijke tijdens het gebruik van de transportleiding. Logisch dat de gietijzeren leiding dan op den duur wegroest. Lekkages zijn het gevolg.
In september 2016 heeft toenmalig D66-Kamerlid Stientje van Veldhoven op aangeven van mij al Kamervragen gesteld over het materiaal van lekkende leidingen. De minister antwoordde dat de lekkage destijds leerde dat met spoed leidingdelen vervangen moesten worden. AkzoNobel verwachtte namelijk geen lekkage. Maar toch gingen de oude leidingdelen met rubberen binnenkant lekken. De minister stelde AkzoNobel meteen ook onder verscherpt toezicht.
En wat gebeurt een jaar later? Wéér een grote lekkage die AkzoNobel niet had verwacht. En raad eens, het betreffende leidingdeel stond al wel op de nominatie om vervangen te worden! Precies een herhaling van de gebeurtenissen een jaar eerder. Waarom gebruikt AkzoNobel keer op keer toch zwakke leidingen?
De nieuwe locatiedirecteur van AkzoNobel Hengelo lijkt zich te realiseren dat het ontbreken van onderhoud echt niet door de beugel kan. Een collega vertelde tijdens de eerder genoemde presentatie in oktober 2017 enthousiast dat het nieuwe leidingenstelsel twee hoofdleidingen heeft. Eén daarvan gebruikt AkzoNobel slechts wanneer de andere hoofdleiding in onderhoud is. Zo kan de zoutproductie ook tijdens onderhoud doordraaien. Dus ik vroeg “Voorheen was onderhoud niet mogelijk?” waarop ik een bevestigend antwoord kreeg. Toen sprintte locatiedirecteur Yvar van den Winkel naar voren en greep in. Volgens hem was preventief onderhoud eerder wel mogelijk, maar was dit door het vroegere ronde netwerk allemaal complex en werd te weinig preventief onderhoud gedaan.
Diepe lekkages in verticale leidingen verder onderzocht in 2018
Tijdens eerder genoemde bijeenkomst voor politici bij AkzoNobel in oktober 2017 heb ik gevraagd hoe AkzoNobel nu leert van de diepe lekkages. Dat zijn de lekkages in de verticale leidingen vanaf een zouthuisje naar een zoutcaverne. Dit zijn lekkages van diesel en/of pekel die meestal tientallen jaren oud zijn. Recent is zo’n lekkage bij toeval ontdekt bij één put. Dat komt omdat zo’n lekkage op tientallen meters diepte is ontstaan. AkzoNobel controleert ook in 2018 nog verdachte putten op dergelijke onbekende lekkages. Alle putten moeten een druktest doorstaan.
AkzoNobel gaf aan dat de “boorboekjes” van lekke putten worden nagelopen door een externe partij. Uiteraard heeft AkzoNobel deze documentatie van tientallen jaren geleden zelf ook al doorgenomen. Want we willen allemaal weten, waarom zijn deze putten gaan lekken? Want dat willen we in de toekomst niet meer hebben.
Overigens worden de lekkages die diep zitten waarschijnlijk niet opgeruimd. Het is niet goed mogelijk om vervuiling van tientallen meters diepte op te ruimen. En wanneer de vervuiling onder een ondoordringbare laag zit, zal deze vervuiling ook niet in het grondwater terechtkomen.
Definitief geen vliegas in potentieel instabiele zoutcavernes
Tijdens de bijeenkomst besprak AkzoNobel natuurlijk ook de potentieel instabiele zoutcavernes. U weet wel, die holten die eerder nog moesten worden opgevuld met het giftige vliegas van Twence. Omdat deze anders kunnen instorten. AkzoNobel weet nu sneller dan eerst wanneer een caverne gaat instorten. Dit dankzij een nieuw meetsysteem: microseismiek.
Daarbij komt dat AkzoNobel de risicomatrix heeft aangepast. Dit alles maakt volgens AkzoNobel dat de bestaande opvulling van deze cavernes met kalkslurry uit de zoutwinning voldoende is. Huiselijk gezegd, de kans dat drie cavernes tegelijk instorten is zo klein dat AkzoNobel zonder alternatieve vulstof kan. Ik wil zeker weten dat deze aangepaste risicomatrix verantwoord is. Het wachten is hiervoor nog op het oordeel van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM).
Het klinkt mij als muziek in de oren dat geen alternatieve vulstof nodig is en geen cavernes in zullen storten. Dat is nog eens anders dan de verontrustende verhalen die we in 2015 van AkzoNobel te horen kregen. Toen moesten we wel voor het opvullen van de zoutcavernes met giftige vliegas kiezen of anders hadden we een Twekkelo vol zinkgaten. Gelukkig heb ik toen gezegd dat D66 Enschede tegen het opvullen is, totdat alternatieve vulstoffen zijn onderzocht. Toen was het voor AkzoNobel duidelijk dat een raadsmeerderheid voorlopig tegen het opvullen met vliegas zou zijn. Dus besloot AkzoNobel meteen dit project in de koelkast te zetten. Resultaat: de vliegas blijkt helemaal niet meer nodig te zijn. Oef, dat is een hele opluchting.
Niet meer gasolieopslag
AkzoNobel gaf ook nogmaals aan dat het niet meer gasolie wil opslaan in cavernes op de Marssteden dan nu het geval is. Want het bedrijf heeft gemerkt dat veel mensen hier problemen mee hebben. Ik heb geen problemen met de gasolieopslag aangezien we bij D66 denken dat de risico’s van de opslag aanvaardbaar zijn. Desalniettemin waardeer ik het dat AkzoNobel hier open over is.